Er is geen twijfel over mogelijk, ik zal in mijn leven nog terug zal keren naar dit mooie land. ASANTE SANA TANZANIA
Mijn naam is Janna, ik ben 18 jaar en heb dit jaar van maart tot juli doorgebracht in Tanzania, tijdens mijn tussenjaar. Ondertussen ben ik al aan een nieuwe opleiding begonnen maar deze ervaring zit nog vers in mijn geheugen. Ik besloot naar Tanzania te gaan via Vrijwillig Wereldwijd omdat ik mijzelf graag ter plekke wilde verdiepen in de Afrikaanse cultuur. Niet zozeer om het vrijwilligerswerk dus. Daarom had ik ook geen helder idee van wat ik voor IOP zou kunnen betekenen toen ik hier aankwam. Maar ook zonder plan voor mijn activiteiten kon ik er terecht. Zo heb ik heel veel kleding gesorteerd die vanuit Amerika geïmporteerd was en heb die verkocht in dorpjes in de regio. Ik heb veel geholpen met administratie en in het huishouden en de tuin. Uiteindelijk heb ik ook genoeg zelfverzekerdheid verzameld om Engelse les te geven. En wat ik ook met heel veel plezier heb gedaan is het geven van pianoles aan stafleden van IOP. Zo heb ik uiteindelijk helemaal mijn plekje binnen IOP gevonden.
Voor vertrek
Waarom vrijwilligerswerk in Tanzania?
Al een hele lange tijd heb ik de wens gehad om een land te bezoeken waar de cultuur compleet verschilde van die waarin ik ben opgegroeid. Ik voel me vaak wat benauwd in dit koude, gestresste landje waar op tijd komen en presteren zo belangrijk is. Ik zou graag dingen in een context kunnen plaatsen. Ik wilde ook alles te weten komen over Afrikaanse culturen, die mij al sinds ik mij kan herinneren interesseren. Maar ik leer niet graag uit een boek, ik leer liever van de praktijk. En wat is een betere manier dan je voor een tijdje mengen in zo’n cultuur? Ik wilde eerst graag op reis gaan, zelf een land verkennen. Maar ik realiseerde me dat het misschien niet zo’n goed plan was om als een meisje van nét 18 en bovendien een onervaren reiziger meteen zo’n grote stap te zetten. Daar kwam het idee om via een organisatie vrijwilligerswerk te doen, zo zou ik voor en tijdens mijn verblijf begeleid worden, en zou ik bovendien ook nog midden in de cultuur terecht komen omdat ik samen met hen zou gaan leven.
“Maar je gaat daar werken en dan moet je er nog voor betalen ook!”
Zo gek is dat nog helemaal niet. Ik betaal alleen voor mijn verblijf, mijn vliegticket en wat organisatiekosten. Ik zie het ook meer als een reis voor mezelf dan dat ik aan het werk ga voor anderen. Ik wil ook duidelijk maken dat ik er niet heenga met het idee dat ik daar als blanke heldin heenga om eens even al die zielige kindjes te gaan helpen! Ik weet dat ik niet zo’n groot verschil kan maken. Ik ben juist heel benieuwd wat ik van hen kan leren. Naar de mensen, hun ideeën, wat ze eten, hoe ze leven, de taal (Swahili), de muziek, en hoe zij met tegenslagen of geluk omgaan.
Eerste indrukken
Het is nu acht dagen geleden dat ik vanuit het vliegtuig in de sauna genaamd Dar es Salaam stapte. In de uren daarna had ik al zoveel nieuwe indrukken opgedaan dat ik ze amper in mijn dagboek kon beschrijven. Nu moet ik hier een week Tanzania samenvatten en heb ik al helemaal geen idee waar te beginnen. Zoveel dingen zoals ik ze nog nooit heb meegemaakt. De omgeving is nu ongelooflijk groen en overal om mij heen zijn grote bergen (ik verblijf zelf ook op zo’n 1200 meter hoogte geloof ik) met ronde rotsen, allerlei mooie bomen, planten en dieren. Tijdens mijn busreis heb ik al giraffes, zebra’s, antilopen en apen gezien, ik heb kennisgemaakt met een Afrikaans toilet, Afrikanen, Afrikaanse videoclips en soaps die ze in de bus afspeelden (in iedere bus), en alles wat je onderweg nog meer tegenkomt hier. Verder kan ik mijn indruk van hier vooral beschrijven als chaotisch. Iedereen schreeuwt of praat hard, er zijn weinig verkeersregels (of niemand houdt zich eraan), overal staat luide muziek op, overal ligt afval, de winkels stallen alles wat er verkocht wordt buiten uit. Een tijdje op/langs de weg staat hier wel gelijk aan een aantal sigaretten wat betreft uitlaat- en andere gassen. Bovendien is het begrip tijd hier niet te vergelijken met die in Nederland (het komt regelmatig voor dat iemand anderhalf uur te laat op een afspraak verschijnt). Samen met de benauwende warmte hier geeft het mij, als (toch nog chaotische) Nederlander, een behoorlijk chaotisch gevoel. Toch ervaar ik deze chaos ook wel als relaxt. Nooit haast, weinig regels en alle tijd voor elkaar.
Een dag in Ilula
Ik ben alweer bijna een maand in Tanzania, maar heb jullie nog helemaal niet verteld hoe het leven er hier aan toe gaat. Of tenminste hoe mijn leven er uitziet. Hoewel ik elke dag weer nieuwe dingen zie – en ik denk dat het de komende drie maanden zo zal blijven gaan – leef ik hier toch zeker wel volgens een bepaald ritme. Daarom wil ik jullie een beeld geven van hoe zo’n dag er dan uit ziet.
Mijn dag begint ’s ochtends om 7 uur, als mijn wekker gaat en de meisjes van het weeshuis al een uur wakker zijn en onderweg naar school. Om half 8 verzamelen alle vrijwilligers en stafleden zich in een ruimte waar het ochtendgebed plaatsvindt. Terwijl mama Kanisia op de djembé speelt en zingt, zingt de rest van de staf mee in koor en iedereen klapt mee. Dit vind ik iedere dag weer bijzonder om bij te wonen, want al die stemmen klinken echt heel mooi bij elkaar.
Daarna leest er altijd iemand een stuk voor uit de bijbel of houdt de pastoor een preek, in het Kiswahili plus Engelse vertaling. Daarna pakt iedereen elkaars hand vast en zeggen we ‘good morning!’ in koor. Na (en ook voor) het gebed, en ook de rest van de dag, groet je iedereen die je tegenkomt. Dat zijn hele warme groeten hier; geen simpel goedemorgen, maar een uitgebreid gesprek over hoe je hebt geslapen en wat je gaat doen vandaag. Het ontbijt bestaat uit brood (sinds kort hebben we daar een broodrooster voor aangeschaft, wat een luxe!), ei, fruit (ananas, watermeloen, banaan of papaja) en soms een salade, en een anderhalve literfles voor de rest van de dag. Om 9 uur beginnen we aan onze ochtendactiviteit en om 1 uur ’s middags is het tijd voor de lunch: een warme maaltijd, vaak hetzelfde als het avondeten. Deze bestaat bijvoorbeeld uit aardappels, rijst, pasta en/of brood, salade, fruit en ‘groen spul’ (dit kunnen bladeren van allerlei planten zijn, zoals komkommerplanten of grassen. Het smaakt vaak naar boerenkool). Vaak eten we ook pannenkoeken, dus zelfs mijn lievelingseten mis ik hier niet! Vrijwilligers (en Berit, nu nog het hoofd van IOP) eten altijd apart van de meisjes, omdat de maaltijden zo verschillen. Zij eten meestal ugali (een soort maïspap), een specialiteit uit Tanzania (en Kenia), en ik ben heel blij dat wij dat niet hoeven te eten want ik heb het één keer geprobeerd en het doet me denken aan opgedroogde lijm. Gelukkig vinden de Tanzanianen het zelf wel lekker. Van 14 tot 16 uur is de middagactiviteit en om 19 uur is het tijd voor avondeten Daarna spelen we altijd een kaartspelletje met alle vrijwilligers. Om 21 uur zingen en bidden de oudere meisjes voor het slapengaan, daarbij zijn wij dan ook weer altijd aanwezig. Wij vrijwilligers gaan vaak tegelijk met de meisjes naar bed, maar uiterlijk half 11 denk ik. En dan ben ik ook op. Nadat ik in mijn dagboek heb geschreven en wat contact heb gehad met het thuisfront val ik altijd snel in slaap.
In het weekend zijn we vrij (en is er ook geen ochtendgebed), maar uitslapen gebeurt hier niet, want om half 8 staat het ontbijt al gewoon weer klaar. Soms ga ik naar Iringa (de dichtstbijzijnde stad), als er geen andere activiteiten gepland zijn.
Maar waar ik vanaf nu ook zal gaan, ik zal altijd een stukje Tanzania met me meedragen
Afscheid
Ondertussen is dit alweer mijn laatste week hier bij IOP, en ik kijk ontzettend op tegen het afscheid van al mijn broers, zussen, moeders… Ik wilde graag voor een tijdje ontsnappen aan het kleine wereldje waarin ik 18 jaar heb gewoond, om te zien wat daarbuiten was. En daar bleek ik een hele familie te vinden. Ik wilde graag ervaren met en leren van deze mensen, en ik kom er nu, na vier maanden, achter dat ik nog lang niet uitgeleerd ben en nog zoveel meer wil ervaren. Maar waar ik vanaf nu ook zal gaan, ik zal altijd een stukje Tanzania met me meedragen. Een stukje dat mij compleet maakt, dat ik waarschijnlijk altijd al met mij mee heb gedragen maar dat nu pas tot leven is gekomen. Ik zal vanaf nu altijd met heimwee moeten leven, want ik heb een tweede thuis gevonden. Hier in Tanzania mis ik de kaas, melk, mijn kat en hond, mijn familie en mijn vrienden en de warme douche. Maar in Nederland zal ik de exotische vogels die mij ’s ochtends wakker maken missen, de chappati’s, mandazi’s en misschien zelfs de ugali, de (in het regenseizoen) groene bergen met hun grote gladde rotsen, de zeer oncomfortabele ritjes in de Daladala naar Iringa, maar ook alle vreemdelingen die ik daar ontmoette en mijn vrienden werden. Ik zal alle luide muziek, stemmen en ringtones missen, het zal zo stil zijn straks zonder al dit heerlijke lawaai. Ik zal de taal missen die iedereen me zo enthousiast probeert te leren, ik zal de vermakelijke en bijzondere gesprekken over o.a. religie missen, de fascinerende kapsels van de vrouwen, de grote goedkope avocado’s, de guaves en de allerbeste chocoladetaart van de wereld op het balkon van Neema Crafts. Ik zal mijn kamergenoot de hagedis missen, de motors, de bomen en alle kleuren, want man, wat is dit een kleurrijk leven, ook al lijkt de armoede nog zo’n grijze toekomst te bieden. Misschien zal ik zelfs de geur van zweet, rook en uitlaatgassen missen en al die afschuwelijke Afrikaanse en Bollywood films. Het zal een ontzettend gemis zijn zonder alle geweldige stafleden en de prachtige weesmeisjes van IOP die mijn voorbeeld zijn geworden en ik met heel mijn hart bewonder, en ik zal vooral het eindeloze lachen en de warmte, niet alleen van de zon maar vooral van de mensen, missen. Er is geen twijfel over mogelijk, ik zal in mijn leven nog terug zal keren naar dit mooie land. ASANTE SANA TANZANIA
Janna.